Over filmwoordenboek.nl
In 1987, toen de eerste druk van Beeldspraak verscheen, leefden we nog in het overzichtelijke
analoge tijdperk. Film was nog een ambacht met tastbare elementen, zoals celluloid.Nu draaien nog maar
weinig cameramensen daadwerkelijk op film. In de montage ziet nagenoeg geen enkele editor nog een rol
geperforeerd materiaal binnenkomen.
Vooruitgang, met meer positieve dan negatieve kanten. Toch blijft een mechanisch euvel makkelijker te
verhelpen –of is in ieder geval inzichtelijker en daardoor makkelijker te accepteren– dan
een weigerachtige computer.
Met een grotendeels nieuwe redactie zijn we, na talloze verzoeken, aan de gang gegaan om de begrippenlijst aan te passen en uit te breiden. Het digitale tijdperk heeft zich definitief in onze branche genesteld en niet andersom. Deze site bevat termen uit het film- en videovak en is aangepast aan de tijd. Algemene digitale termen, zoals de commando’s op een gewoon toetsenbord, zijn uiteraard achterwege gelaten; slechts die digitale zaken, die specifiek hun toepassing in de branche hebben –die anders gezegd branche-specifiek zijn–, zijn vermeld. Ook is besloten de oude, inmiddels in onbruik geraakte, kreten en termen te handhaven en deze te voorzien van de aanduiding vero., een gebruikelijke afkorting in woordenboeken voor ‘verouderd’. Een bezwaar tegen de eerdere drukken van dit boek was dat er te veel werd verwezen, zodat men te veel moest bladeren alvorens de betekenis van een begrip te vinden. Dit is zo veel mogelijk ondervangen. Tenslotte moet mij een persoonlijke noot van het hart. De hoeveelheid Engelstalige termen in ons vakgebied is pijnlijk groot. Onze zuiderburen, maar nog verder zuidelijk de Zuidafrikaanders, doen alle moeite om de vloedgolf naar de eigen cultuur om te zetten. Ik vind het pijnlijk te moeten constateren dat wij deze vloedgolf rustig over ons heen laten komen en geen enkele poging doen de begrijpelijkheid te vergroten door naar vervangende Nederlandse woorden te zoeken. Maar ja, deze 'webzijde' is niet de geëigende plaats hiermee aan te vangen. Ot Louw Instartjes - Jan Mulder
Waar ik het woord het eerst gehoord heb, herinner ik me niet meer.
Instartje.
Waarschijnlijk was het in een studio, maar het kan ook thuis voor het televisietoestel zijn geweest want
het vakmatige ‘instartje’ van de televisiemakers wordt, zoals promo en beta, door presentatoren in hun
programma’s gebezigd alsof de kijker begrijpt wat er met de term bedoeld wordt.
‘Eerst even een instartje om de herinnering aan de legendarische ontmoeting tussen Catherine Keijl
en Julio Iglesias weer levendig te maken, dames en heren.’
Ik vind het een naar woord. Instartjes doen denken aan kleine beestjes, microfauna in kussens en
matrassen. Griezelige wereld vol op de loer liggende ziektes. Ja, instartjes bedreigen in grote massa’s
de mensheid.
Alle programma’s wemelen van de instartjes en negen van de tien keer is het instartje overbodig.
Pauw en Witteman hadden een toneelspeler te gast die beroemd was geworden door een bepaald toneelstuk. Eén
van de presentatoren memoreerde dit en toen de acteur dat voor de zoveelste keer wilde beamen met
‘Ja, dat was toen...,’ werd hem de kans ontnomen: ‘Eerst even een instartje om ons
geheugen op te frissen.’
We krijgen de overbekende beelden van het overbekende toneelstuk en zappen. De Nederlandse
televisieprogramma’s zijn idolaat van het instartje. Als er de geringste mogelijkheid bestaat voor
een beta (wat is dat in godsnaam?) wordt die benut.
De beste instartje-zeggers zijn niet de presentatoren, je moet ervoor bij het lagere echelon
tv-werknemers zijn, de jongste bedienden van Hilversum, de onderknuppels die voor de eerste keer in
aanraking komen met instartjes. Ik hoef er niet eens bij te zijn om te weten hoe het gaat wanneer ze
thuiskomen en moeder vraagt of het een drukke dag is geweest bij De wereld draait door.
Hij fronst quasi en zegt een beetje moe: ‘Veel instartjes voorbereid vandaag.’
De term maakt indruk op een moeder. Zij durft hem niet te vragen wat een instartje is en als ze het toch
doet, krijgt ze een verveeld antwoord: ‘Weet je niet wat een instartje is? Tja, hoe zal ik dat nou
uitleggen, eh...’.
Tevreden met zijn status trekt hij zich terug op zijn jongenskamertje en speelt een uurtje met zijn
instartjes.
De instartverslaafden vertragen elk gesprek. We horten en stoten over een heuvelrug instartjes naar het
einde van een uitzending. In Hilversum zijn geheime kelders met digitale teams die aan het werk gehouden
moeten worden. Het aantal instartlastpakken wordt op honderden geschat.
Voor de goede orde: een promo is geen instartje.
Promo’s zijn op zichzelf staande filmdingetjes die een ander programma aankondigen middenin een
programma, of ervoor of erna. De zender Tien lijkt volledig opgebouwd uit promo’s. Soms promoot
een promo een promo.
In de commercialbreak zit doodgemoedereerd weer diezelfde promo.
‘I’ll kill those promo-people,’ hoorde ik iemand op de BBC verzuchten. Het is mij uit
het hart gegrepen. De BBC stikt inderdaad van de promo’s – ten minste drie voor elk
programma, tientallen keren per week dezelfde, om mesjogge van te worden – en Nederland wordt er
ook steeds bedrevener in.
Let op. Een promo is geen teaser.
De teaser is een instartje dat je lekker maakt voor een bepaald gedeelte van een programma (na de
reclame), bijvoorbeeld spectaculaire actie van Klaas Jan Huntelaar uit de samenvatting van de aanstonds
uit te zenden Ajax-Feyenoord.
Opgepast: een teaser is geen cliffhanger.
De teaser maakt vriendelijk begerig naar een komend verslag, de cliffhanger stelt je zenuwen behoorlijk meer op de proef: je zou
nú al zo graag weten wat er gaat gebeuren, je springt haast het toestel in, zo spannend hebben ze
de cliffhanger in beeld gebracht (echtgenote in As The World
Turns ziet haar man in de winkelpromenade: wat doet Jeff daar midden op een werkdag, en wie is
die vrouw?).
Leaders, streamers, teasers, promo’s, cliffhangers, korte impressies, clips, blurs, bumpers,
jingles en pingles zijn eigenlijk allemaal instartjes.
De Hilversummer zweert erbij. Ik niet. Ik kan niet tegen het gemak waarmee ze het woord uitspreken. Het
eenvoudige ‘shot’ ergert me al. Zeg gewoon ‘opname’.
Maar wij beseffen dat er geen weg terug is, de fietsenstalling bij het station Naarden-Bussum heet Fiets
Point en de winkel van mijn opticien Eye Paradise.
En toch: de bek viel me open toen ik minister van defensie Kamp hardop tegen Frits Barend, die hem
uitnodigde voor Barend & Van Dorp, hoorde zeggen wat hem aan het programma tegenstond:
‘Het format.’
‘Kan ik m’n p.erretje even repeteren?’
Ik zit naast Jan Joost van Gangelen, presentator van een voetbalprogramma. Hij heeft een oortje in en
praat schuin omhoog kijkend naar de Grote Onzichtbare die elders aan de knoppen zit om een p.erretje te
laten repeteren.
Een p.erretje.
Jan Joost vertrekt geen spier van zijn gezicht wanneer hij mij de zaak begint uit te leggen met een
verbaasd: ‘Een p.erretje, weet je dat niet?’ Nee, shot weet ik en sinds kort instartje
– volle studio schatert. Jan Joost: ‘P.r. is de afkorting van presentatietekst. Die spreek
ik uit om naar een beta toe te werken. Vóór de instart. Een still kan ook.’
Een still is een foto. En voor hetzelfde geld heeft ‘ie het over een chroma-key.
Jan Joost begint plezier in me te krijgen en meldt dat er ‘meeleesjes’ en ‘compleetjes’
bestaan (tekst en beeld van tevoren opgenomen allemaal aan elkaar vast) en: ‘Beta zeg je trouwens niet meer, in het digitale tijdperk heten beta’s
profiles.’
‘Jongens, ik wil wat meer audio en de uitlui doe ik nog één keer.’
De uitlui zou een tekst zijn die nog betrekking heeft op het bandje dat je daarvoor hebt gezien. Een
soort extra info.
Vlak voordat ons programma begint, kijkt Jan Joost van Gangelen verbaasd in zijn oortje en antwoordt een
onzichtbare man die zich ergens in het gebouw tussen de instartjes en promo’s moet bevinden:
‘Zijn de headlines er dan al?’
We bevinden ons in de wereld van het bruggetje: ‘Tekstje van de
presentator om van het ene naar het andere onderwerp te komen’. Ik heb genoten van dit boek, zo
onontbeerlijk voor de televisie- en filmliefhebber.
Fisheye!
Gaffer.
Byte.
Evian. (‘Waternevel om make-up op te frissen of om bijvoorbeeld heel fijne druppels te creëren
op een bierglas voor opnames van een biercommercial.’ Iets te gezocht naar mijn smaak. En het doet
me denken aan de overkoepelende titel van pornofilms met plasseks: ‘Watersport’.)
Het allermooiste was ‘getrokken shot’.
Hoe vaak heb ik niet gehoord van een regisseur: ‘Die zou ik graag hebben met een getrokken shot,
Joost.’ In den beginne wist ik niet precies wat het was, een getrokken shot, maar dat doet er niet
toe. Het getrokken shot hoeft niet te worden uitgelegd, zelfs liever niet. Je hebt een vaag vermoeden
wat men bedoelt. Dat is voldoende.
De allereerste keer dat je het hoort, durf je niets te vragen omdat het zo’n gangbare term is.
Iedereen kent een getrokken shot. Ik zag een beeldschone Griek met een boog. De zon stond hoog aan de
hemel en de godin Hydra zag toe hoe hij haar eerde met een getrokken shot.
Ook zie ik een timmerman die een touwtje tussen twee spijkers strak over de vloer spant. Wat gaat hij
doen? Maakt niet uit, hier openbaart zich een schitterend getrokken shot en daar gaat het om.
|